Artikel 1 Van 27

Blog | Knopen maken en De Hollandsche Knoopenfabriek van Spakenburg - mei 2024

Onlangs bezocht ik het Museum Spakenburg. In het museum bevindt zich een sfeervol museumcafé waar bezoekers koffie/thee of fris met Spakenburgse lekkernijen kunnen gebruiken. 

Regelmatig worden daar workshops georganiseerd om knopen te maken. Trots vertelt de enige man die dat nog kan in Spakenburg hoe hij het van zijn vader heeft geleerd. Een dame in Spakenburgse streekdracht maakt zelf ook nog deze knopen en helpt hem het uit te leggen aan een best grote groep dames. De ene vrouw heeft het zo onder de knie, de andere krijgt 'er de zenuwen van'. Echter als je de slag eenmaal door hebt worden de knopen steeds beter van kwaliteit. In Spakenburg hebben de kleuren een betekenenis en de rouwfasen hebben diverse kleuren in de kleding, krablappen en de kleding. 

We kregen ook een rondleiding in het museum waar een tentoonstelling is over de Spakenburgse knopenindustrie. Ik zelf had nog nooit gehoord dat Nederland een knopenfabriek rijk was. 

Wat doet zo'n knopenfabriek in een vissersplaats is het eerst wat je je dan afvraagt. Oorzaak: "Beleid en Politiek". De afsluiting van de Zuiderzee en de Zuiderzeesteunwet. Door de afsluiting werd verwacht dat vele vissers zonder werk zouden komen te zitten en begon de overheid een initiatief om fabrieken in de oude vissersdorpen te vestigen. Directe staatssteun was uit den boze, waardoor het aan de gemeentebesturen was om zelf een fabriek over te halen tot vestiging.

Wat mij boeide was de vindingrijkheid. 

Met de komst van de oorlog veranderde veel voor de goedlopende fabriek. Samuel Frankfort, een Joodse man, vluchtte met zijn gezin naar New York en is nooit meer teruggekomen. Isrel Manassen, onderdirecteur van de fabriek, dook met zijn gezin onder en Eveline de Leeuw, directiesecretaresse bij de fabriek en de enige Joodse inwoner van Bunschoten in de oorlog, is gedeporteerd en in Auschwitz vermoord.

Tijdens de oorlog kwam de fabriek in handen van Talsma, de Friese leverancier van de kunsthoorn waaruit de meeste knopen werden gemaakt. Interessant is hierbij te benoemen dat kunsthoorn, ook bekend als galagiet, een vroege kunststof is dat gemaakt wordt uit melkeiwitten. Het zijn dus, heel simpel gezegd, knopen van melk.

Tijdens de oorlog stokte de productie van de fabriek doordat er niet kon worden geëxporteerd. Het gebouw en de machines hebben de oorlog echter overleefd, waardoor na de oorlog de productie weer op gang kwam.

In 1948 brak een conflict uit binnen de directie waardoor Isrel Manassen, samen met het leidinggevende personeel uit Nijkerk, een eigen knopenfabriek in Nijkerk begint. Hiermee heeft de knopenfabriek er een geduchte concurrent bij.

De jaren ’50 waren desondanks de gouden jaren voor de knopenfabriek. Er werd in 1956 uitgebreid met een nieuwe fabriekshal en de fabriek kwam meerdere keren in het landelijke nieuws, waaronder een polygoonjournaal. In een artikel uit 1954 over het 25-jarig bestaan van de fabriek wordt geschreven dat er per week 1.5 miljoen knopen worden verwerkt, waarvan 75% wordt geëxporteerd naar meer dan 30 landen. 

Hele gezinnen werkten thuis om de knopen op kaarten te naaien. Het  bood vele inwoners in het dorp extra inkomsten, wat zeker met de grote gezinnen erg hielp, alhoewel er zeker onder deze kinderen niet altijd positieve herinneringen aan het thuiswerken zijn. Dat was ook wel te horen onder de vrouwen die de tentoonstelling bezochten. De tonnen vol met knopen die thuis afgeleverd werden, werden door de kinderen die nu oud zijn 'gehaat'. Net als het knopen naaien of knopen plakken op de kaartjes. 

In 1958 kreeg de fabriek nog een tegenslag te verduren t en hun grootste afnemer, Knopex, hun eigen knopenfabriek in Putten begon met zes personeelsleden uit de Spakenburgs fabriek. Hierdoor waren er drie knopenfabriek dicht bij elkaar waarin allemaal Spakenburgers hun werk vonden.

Vanaf de jaren ’60 ging het minder met de fabriek. Er werd nog wel gestart met de productie van hun eigen kunstharsplaten (polymeer) en het maken van plastic gebruiksvoorwerpen als extra inkomsten. Dit was echter niet genoeg en vanaf de jaren ’70 ging het snel bergafwaarts, mede doordat een gros Japanse knopen goedkoper was dan de inkoopprijs hier.

In datzelfde jaar fuseerde de knopenfabrieken in Spakenburg en Nijkerk. Het plan voor de fusie was om de productie van de beide fabrieken te concentreren in Spakenburg. Dit plan ging letterlijk in as op tijdens de nacht van 13 op 14 februari toen tijdens een harde sneeuwstorm de hele fabriek, op één hal na, tot de grond afbrandde.

Na de brand werd de productie nog tijdelijk voortgezet in een noodbehuizing. Er werd een poging gedaan tot het opzetten van een nieuwe fabriek in Spakenburg, maar eind 1981 werd besloten de overgebleven productie en de laatste 30 arbeiders naar Nijkerk te verhuizen. Het was het einde van 52 jaar grootschalige knopenproductie in Bunschoten-Spakenburg.

Ook enkele van de bezoeksters herinneren zich de brand nog goed. "Oh... ja het was toen zo koud.... dat weet ik nog", hoor ik om mij heen roepen.

Ik wist het niet, maar de tentoonstelling het knopenmaken en weten over deze geschiednis maken een bezoekje aan Spakenburg het zeker waard. 

De Hollandsche Knoopenfabriek van Spakenburg (utrechtaltijd.nl)

Hier vonden veel Spakenburgers vroeger werk - Nieuws uit Bunschoten-Spakenburg, Eemdijk en Zevenhuizen. (debunschoter-online.nl)

Klederdracht van Spakenburg - Wikipedia

Mejanderblog: De Zuiderzee – 18 – Bunschoten en zijn middeleeuwse oorsprong

Stof tot nadenken (museumspakenburg.nl)

 

© 2015 - 2024 Pearls and Roses | sitemap | rss | webwinkel beginnen - powered by Mijnwebwinkel