Breien | Breinaalden & stopnaalden
Een breinaald of breipen is een lange, dunne pen die gebruikt wordt om van garen textiel te breien. Breinaalden hebben een spits toelopende punt en een knop aan het andere uiteinde die ervoor zorgt dat de lussen er niet afglijden. Het oppervlak dient glad te zijn afgewerkt om zonder haperingen te kunnen breien. De punt dient niet al te scherp te zijn.
Handmatig breien gebeurt in de meeste gevallen met twee breinaalden. Soms worden een of meer hulpnaalden gebruikt, bijvoorbeeld voor het breien van kabels.
Het breien van ronde delen, zoals een sok of een naadloze mouw gebeurt met behulp van vier breinaalden zonder knop. Dit wordt rondbreien genoemd. Ook het lijf van een trui kan op deze manier worden gebreid, hiervoor wordt dan liever één flexibele naald gebruikt, de rondbreinaald.
Ervaren breisters zullen een scala aan breinaalden bezitten. Er bestaan speciale langwerpige breinaaldetuis, breikokers om de naalden in op te bergen.
Breinaalden worden over het algemeen gemaakt van aluminium of kunststof. Naalden van bamboe of hout hebben als voordeel dat ze warmer aanvoelen. Dit soort naalden is wat stroever. De steken glijden minder snel van de naald, hetgeen een voordeel kan zijn voor beginners, of bij het breien met zeer gladde garens. Ervaren breisters hebben echter liever een heel gladde naald, omdat er lichter en sneller mee gewerkt wordt.
In de 19e eeuw werden breinaalden van zilver, Berlijns zilver, geelkoper of staal gemaakt. Deze laatstgenoemde werden het meest gebruikt. Omdat stalen naalden gevoelig zijn voor roest werden deze geblauwd, gegalvaniseerd of verzilverd dan wel verguld.
Als langere breinaalden nodig waren gebruikte men breipennen van palmhout, ivoor of ook wel van balein. Baleinen waren echter minder prettig in het gebruik omdat zij makkelijk braken en schilferden. Balein had echter een donkere kleur, hetgeen een voordeel was voor slechtziende breisters, als zij met witte wol wilden breien. Ook pennen van het donkere ebbenhout of rozenhout hadden dit voordeel.